Persoonlijke herinneringen aan Jan Molenaar
De Zaankanter Jan Molenaar (1936) begon een eigen bigband in 1968. Het jaar dat ik geboren ben. In die tijd was het niet vanzelfsprekend om een eigen bigband te hebben.
Door Loet van der Lee
De groep actieve spelers was ook beperkt. Daarom hebben veel muzikanten die nu een eigen praktijk hebben, in grote orkesten spelen, of lesgeven aan conservatoria in Nederland en daarbuiten, op enige manier met de band van Jan te maken gehad. Hetzij als bandlid of als invaller. Aan invallers was altijd behoefte omdat er veelvuldig werd gerepeteerd. Het orkest heeft door de jaren dan ook vele verschillende bezettingen gehad.
De repetities waren in zijn vroegere bedrijfsruimte aan de Industrieweg te Wormerveer met een enorme archiefruimte daarachter. Wonderbaarlijk om daar langs de verschillende stoffige verdiepingen te struinen en daar alle voorraden bladmuziek te zien liggen. De muzikanten stonden vaak partijen te kopiëren wat uiteraard helemaal niet was toegestaan. Jan was er de man niet naar om daar moeilijk over te doen. In de pauze konden we plaats nemen aan de bar met een goedgevulde koelkast. Enkele bandleden hadden een wat innemende persoonlijkheid. Jan liet dat allemaal oogluikend toe en was blij met hun aanwezigheid en muzikale inbreng.
De repetities hadden altijd een persoonlijk karakter. Jan was vroeg aanwezig en ging als laatste weg en had tijd en aandacht voor alle muzikanten. Als je onverhoopt te laat kwam was dat geen probleem. Hij was monter, optimistisch en had echt veel geduld. Soms nodigde hij ons, in de pauze van de repetitie, uit op zijn kantoor. Deze ruimte was in een Amerikaanse stijl ingericht en we luisterde dan naar muziekvoorbeelden van nieuwe arrangementen die hij graag wilde aanschaffen om op de lessenaar van de band te kunnen zetten.
Als ik binnen kantooruren voorbijkwam waren zijn dochter Jon en zoon Sander altijd aanwezig. Even vriendelijk en aandachtig als hun vader. Sander is helaas enkele jaren geleden overleden. Ik was op de begrafenis en het pianospel van Jan trof mij erg. Hij verloor zijn zoon en zijn opvolger, voor de zo zorgvuldig opgebouwde muziekuitgeverij, en speelde eenvoudig piano. Je zag dat de muziek hem echt op de been hield evenals zijn familie met alle kleinkinderen die aanwezig waren.
De tournee met het Rosenberg Trio was een echt leuke reeks. Repetities met deze drie mannen liepen steevast flink uit en er was altijd consternatie. Het trio kwam nooit alleen, maar namen een hele stoet neven en andere familieleden mee waarvan enkele enorm goed gitaar konden spelen. Bij de concerten was dat niet anders. In de theaters moest Jan qua aankondigingen echt in toom worden gehouden. Uit puur enthousiasme waren zijn verhalen in het begin veel te lang. Hij zag er prachtig en trots uit met een korte das met speld en een mooi (wederom West-Amerikaans georiënteerd) pak aan. We toerden langs de Nederlandse theaters met een echt swing programma. Iets wat Jan enorm lag en erg goed paste bij het Rosenberg trio. Het succes was dan ook groot.
De band heeft van alles gedaan voor ik er, in circa 1994, aan mee ging doen. Er zijn veel verhalen van de bezetting met de Amerikaan Jeff Reynolds op 1ste trompet die samen met drie andere muzikanten bij een vreselijk auto-ongeluk om het leven is gekomen in 1983. Ook zijn er verhalen van een concert op de fiets bij de Zaanse Molens. De band ging wel eens internationaal op pad zoals naar Le Havre. Ik weet daar verder geen details van. Jan beperkte het werken met de band meestal tot Nederland en Noord-Holland in het bijzonder. Ik heb warme herinneringen aan de trompetsectie van toen die echt zijn mannetje stond met de Nieuw-Zeelandse Mike Booth op 1ste trompet en ikzelf op de 2de plek.
Bij gelegenheid was er een bandbuffet bij Jan en Willeke thuis in Limmen. Zij hebben een mooi huis met gras rondom en de spoorlijn achterlangs. Hier werd ook gespeeld, soms binnen en soms buiten. Eten en drinken was er dan volop en zo hielden Jan en Willeke de relatie met de orkestleden persoonlijk en vergrootten zij de betrokkenheid.
In de periode dat ik als bandlid meedeed deden we losse concerten, speelden de tournee met het Rosenberg Trio en maakten we de CD Travlin’ Light met gastzangeres Hatty St. John. Enkele van mijn kwintet composities waren voor Big Band gearrangeerd en zijn toen tevens opgenomen. Dat deed Jan vaker. Zodra je met eigen werk kwam zette hij het op de lessenaar en als het succesvol was kwam het ook op de setlijst van concerten. Die setlijsten waren trouwens ongekend lang. Hij wilde altijd zoveel als mogelijk muziek spelen als hij de kans had.
Later ben ik nog regelmatig als invaller voor repetities en concerten langsgekomen. Als bandleider ben ik sporadisch ingevallen. Niet omdat er andere vervangers waren maar omdat Jan eenvoudig vrijwel altijd aanwezig was.
Naast het bigband werk was Jan ook een graag geziene gast in het buitenland als gastdirigent en werkte hij veelvuldig in Frankrijk en Duitsland en waarschijnlijk nog veel meer landen. Meestal in de Harmonie- Fanfare en Brassband wereld. Hij produceerde nieuw materiaal voor deze orkesten en schreef zelf ook actief.
Voor de Big Band ging hij qua muzikale keuzes met de tijd mee maar deed dat altijd in de stijl van zijn eerste bigband liefde. Die eerste liefde was vooral de muziek van Count Basie, Sammy Nestico, Neal Hefti en alle anderen arrangeurs in die sfeer. Met zijn tijd meegaan deed hij door zijn uitbreiding naar de arrangementen van bijvoorbeeld Gordon Goodwin (Big Phat Band uit California) die in het verlengde van deze oude swingmeesters arrangeert met een grotere hang naar doorwerking en een vermenging met Zuid-Amerikaanse- en klassieke muziek.
Toen ik op 25 februari en 10 maart 2020 voor het eerste, als beoogd vervanger van Jan, de repetitie leidde in de Heeren van Limmen was Jan er zelf de hele avond bij en hij had de koffer met partituren persoonlijk meegenomen. Hij was van plan om dat te blijven doen maar heeft dat toch niet lang volgehouden: na het uitbreken van de covid in maart is het er niet meer van gekomen.
In september 2020 ben ik nog eens bij Jan langs geweest om te spreken over de muziekbibliotheek en heb zijn koffer vol partituren meegenomen. Bij de overlevering haalde Jan uit alle hoeken en gaten nog persoonlijke kleinigheden zoals potloden, kaartjes, slijpers, snoepjes enzovoort. Je kon zien dat Jan vermoeid was en moeizaam contact kon maken door zijn algehele toestand en zijn gehoorproblemen. Waarschijnlijk was het niet meer kunnen leidinggeven aan zijn geliefde bigband iets wat hem zwaarder viel dan menigeen zou denken.
Toen ik die morgen wegreed dacht ik bij mezelf dat dit wel eens de laatste keer kon zijn dat ik Jan had gezien en helaas is dat waarheid geworden. Deze muziekicoon overleed in zijn slaap op donderdag 21 januari 2021. Een pianist, componist, bandleider, succesvol zakenman in de muziekuitgeverij maar vooral een persoonlijke vriend is overleden.
De Zaankanter Jan Molenaar (1936) begon een eigen bigband in 1968. Het jaar dat ik geboren ben. In die tijd was het niet vanzelfsprekend om een eigen bigband te hebben.
Door Loet van der Lee
De groep actieve spelers was ook beperkt. Daarom hebben veel muzikanten die nu een eigen praktijk hebben, in grote orkesten spelen, of lesgeven aan conservatoria in Nederland en daarbuiten, op enige manier met de band van Jan te maken gehad. Hetzij als bandlid of als invaller. Aan invallers was altijd behoefte omdat er veelvuldig werd gerepeteerd. Het orkest heeft door de jaren dan ook vele verschillende bezettingen gehad.
De repetities waren in zijn vroegere bedrijfsruimte aan de Industrieweg te Wormerveer met een enorme archiefruimte daarachter. Wonderbaarlijk om daar langs de verschillende stoffige verdiepingen te struinen en daar alle voorraden bladmuziek te zien liggen. De muzikanten stonden vaak partijen te kopiëren wat uiteraard helemaal niet was toegestaan. Jan was er de man niet naar om daar moeilijk over te doen. In de pauze konden we plaats nemen aan de bar met een goedgevulde koelkast. Enkele bandleden hadden een wat innemende persoonlijkheid. Jan liet dat allemaal oogluikend toe en was blij met hun aanwezigheid en muzikale inbreng.
De repetities hadden altijd een persoonlijk karakter. Jan was vroeg aanwezig en ging als laatste weg en had tijd en aandacht voor alle muzikanten. Als je onverhoopt te laat kwam was dat geen probleem. Hij was monter, optimistisch en had echt veel geduld. Soms nodigde hij ons, in de pauze van de repetitie, uit op zijn kantoor. Deze ruimte was in een Amerikaanse stijl ingericht en we luisterde dan naar muziekvoorbeelden van nieuwe arrangementen die hij graag wilde aanschaffen om op de lessenaar van de band te kunnen zetten.
Als ik binnen kantooruren voorbijkwam waren zijn dochter Jon en zoon Sander altijd aanwezig. Even vriendelijk en aandachtig als hun vader. Sander is helaas enkele jaren geleden overleden. Ik was op de begrafenis en het pianospel van Jan trof mij erg. Hij verloor zijn zoon en zijn opvolger, voor de zo zorgvuldig opgebouwde muziekuitgeverij, en speelde eenvoudig piano. Je zag dat de muziek hem echt op de been hield evenals zijn familie met alle kleinkinderen die aanwezig waren.
De tournee met het Rosenberg Trio was een echt leuke reeks. Repetities met deze drie mannen liepen steevast flink uit en er was altijd consternatie. Het trio kwam nooit alleen, maar namen een hele stoet neven en andere familieleden mee waarvan enkele enorm goed gitaar konden spelen. Bij de concerten was dat niet anders. In de theaters moest Jan qua aankondigingen echt in toom worden gehouden. Uit puur enthousiasme waren zijn verhalen in het begin veel te lang. Hij zag er prachtig en trots uit met een korte das met speld en een mooi (wederom West-Amerikaans georiënteerd) pak aan. We toerden langs de Nederlandse theaters met een echt swing programma. Iets wat Jan enorm lag en erg goed paste bij het Rosenberg trio. Het succes was dan ook groot.
De band heeft van alles gedaan voor ik er, in circa 1994, aan mee ging doen. Er zijn veel verhalen van de bezetting met de Amerikaan Jeff Reynolds op 1ste trompet die samen met drie andere muzikanten bij een vreselijk auto-ongeluk om het leven is gekomen in 1983. Ook zijn er verhalen van een concert op de fiets bij de Zaanse Molens. De band ging wel eens internationaal op pad zoals naar Le Havre. Ik weet daar verder geen details van. Jan beperkte het werken met de band meestal tot Nederland en Noord-Holland in het bijzonder. Ik heb warme herinneringen aan de trompetsectie van toen die echt zijn mannetje stond met de Nieuw-Zeelandse Mike Booth op 1ste trompet en ikzelf op de 2de plek.
Bij gelegenheid was er een bandbuffet bij Jan en Willeke thuis in Limmen. Zij hebben een mooi huis met gras rondom en de spoorlijn achterlangs. Hier werd ook gespeeld, soms binnen en soms buiten. Eten en drinken was er dan volop en zo hielden Jan en Willeke de relatie met de orkestleden persoonlijk en vergrootten zij de betrokkenheid.
In de periode dat ik als bandlid meedeed deden we losse concerten, speelden de tournee met het Rosenberg Trio en maakten we de CD Travlin’ Light met gastzangeres Hatty St. John. Enkele van mijn kwintet composities waren voor Big Band gearrangeerd en zijn toen tevens opgenomen. Dat deed Jan vaker. Zodra je met eigen werk kwam zette hij het op de lessenaar en als het succesvol was kwam het ook op de setlijst van concerten. Die setlijsten waren trouwens ongekend lang. Hij wilde altijd zoveel als mogelijk muziek spelen als hij de kans had.
Later ben ik nog regelmatig als invaller voor repetities en concerten langsgekomen. Als bandleider ben ik sporadisch ingevallen. Niet omdat er andere vervangers waren maar omdat Jan eenvoudig vrijwel altijd aanwezig was.
Naast het bigband werk was Jan ook een graag geziene gast in het buitenland als gastdirigent en werkte hij veelvuldig in Frankrijk en Duitsland en waarschijnlijk nog veel meer landen. Meestal in de Harmonie- Fanfare en Brassband wereld. Hij produceerde nieuw materiaal voor deze orkesten en schreef zelf ook actief.
Voor de Big Band ging hij qua muzikale keuzes met de tijd mee maar deed dat altijd in de stijl van zijn eerste bigband liefde. Die eerste liefde was vooral de muziek van Count Basie, Sammy Nestico, Neal Hefti en alle anderen arrangeurs in die sfeer. Met zijn tijd meegaan deed hij door zijn uitbreiding naar de arrangementen van bijvoorbeeld Gordon Goodwin (Big Phat Band uit California) die in het verlengde van deze oude swingmeesters arrangeert met een grotere hang naar doorwerking en een vermenging met Zuid-Amerikaanse- en klassieke muziek.
Toen ik op 25 februari en 10 maart 2020 voor het eerste, als beoogd vervanger van Jan, de repetitie leidde in de Heeren van Limmen was Jan er zelf de hele avond bij en hij had de koffer met partituren persoonlijk meegenomen. Hij was van plan om dat te blijven doen maar heeft dat toch niet lang volgehouden: na het uitbreken van de covid in maart is het er niet meer van gekomen.
In september 2020 ben ik nog eens bij Jan langs geweest om te spreken over de muziekbibliotheek en heb zijn koffer vol partituren meegenomen. Bij de overlevering haalde Jan uit alle hoeken en gaten nog persoonlijke kleinigheden zoals potloden, kaartjes, slijpers, snoepjes enzovoort. Je kon zien dat Jan vermoeid was en moeizaam contact kon maken door zijn algehele toestand en zijn gehoorproblemen. Waarschijnlijk was het niet meer kunnen leidinggeven aan zijn geliefde bigband iets wat hem zwaarder viel dan menigeen zou denken.
Toen ik die morgen wegreed dacht ik bij mezelf dat dit wel eens de laatste keer kon zijn dat ik Jan had gezien en helaas is dat waarheid geworden. Deze muziekicoon overleed in zijn slaap op donderdag 21 januari 2021. Een pianist, componist, bandleider, succesvol zakenman in de muziekuitgeverij maar vooral een persoonlijke vriend is overleden.